Het wezentje lijkt, met haar lange haar, nog het meest op een zeemeermin, ware het niet dat die slechts één vissenstaart heeft. Hier zien we in plaats daarvan drie vogelpootjes. En kijk je nog eens goed, dan valt op dat haar mond een snavel is, haar oren stiekem vinnen zijn, en dat ze geen armen heeft. Amabie is duidelijk niet ontsproten aan het brein van een Deense sprookjesschrijver, maar een yōkai – én Japans hoop in deze bange dagen.
Japan is, zoals vrijwel elk land, te laat met het treffen van maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus. De regering van premier Shinzo Abe is terughoudend met het stilleggen van het openbare leven, bang als men is voor de economische gevolgen van een lock-down. Bovendien is het nog maar de vraag of het in Japan überhaupt wel kan. De verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven naar de gouverneurs van de 47 prefecturen. Die hebben altijd al veel zeggenschap – Japan heeft slechte ervaringen met een te machtige centrale overheid – maar het leidt nu tot veel verwarring. Net als in de VS en Europa verschilt de aanpak van regio tot regio. Het maakt veel Japanners erg zenuwachtig.
Enter Amabie. De legende wil dat dit zeewezen, tijdens haar eerste verschijning in 1846, vertelde dat de komende zes jaar getekend zouden worden door epidemieën, maar ook door voorspoed. Ze werd binnen de kortste keren een hit op het Japanse gedeelte van het internet.
Amabie (アマビエ, spreek uit als Amabi-è) is een yōkai, letterlijk een ‘mysterieuze verschijning’, rechtstreeks afkomstig uit de Japanse folklore. Elke streek bedacht zijn eigen yōkai als uitleg voor het onverklaarbare. Dat gebeurde al sinds de achtste eeuw, wat zorgde voor een enorme diversiteit. De komst van de drukpers tijdens de Edo-periode (1603-1868) werkte dat in de hand, want het werd makkelijker om yōkai te ontwerpen, af te beelden en rond te sturen.
Tegelijkertijd vond er ook weer een soort standaardisatie plaats. Veel regio’s bleken bijvoorbeeld een eigen variant van de kappa, een watergeest, te kennen. Pas in de Edo-periode werd deze definitief vastgelegd als het schildpadachtige wezen met waterleliekroon zoals Japanners dat nu nog steeds kennen.
Niet per se boosaardig..
Belangrijk om te beseffen is dat yōkai niet per se boosaardig zijn, maar in allerlei soorten en maten bestaan. Al is er, logischerwijs, veel aandacht voor de meer nare varianten, want die zijn soms ook wel écht griezelig: wat te denken van de gashadokuro, enorme skeletten die, zo werd gezegd, ’s nachts door de velden struinden en ongelukkige reizigers het hoofd afbeten en hun lichamen tussen hun benige vingers vermorzelden.
Al eerder schreven we over de vrouwe van sneeuw, de verschrikkelijke Yuki-onna. De Grieks-Britse Japanner Lafcadio Hearn werd eveneens wereldberoemd met zijn spookverhaal over de mujina, normale vrouwelijke gedaanten die, bij nadere inspectie, geen gezicht blijken te hebben.

Een hoopgevende legende
in het jaar Kōka-3 (medio mei 1846 in het Edo-tijdperk), werd aan de kust van Higo (Kumamoto) bijna elke nacht in zee een gloeiend voorwerp gezien.
De ambtenaar van de stad ging naar de kust om een en ander te onderzoeken, stelde vast dat het om een levend wezen ging en tekende zijn observaties op. Volgens de schets van de ambtenaar, had het wezen lang haar, een bek als van een eend, was vanaf de nek bedekt met schubben en had hij drie poten. Hij sprak de functionaris aan, identificeerde zichzelf als een amabie en vertelde hem dat hij op open zee woonde. Vervolgens werd een profetie uitgesproken:
“Een goede oogst zal vanaf het lopende jaar zes jaar voortduren; als daarna een ziekte zich verspreidt, laat dan een beeld van mij zien aan degenen die ziek worden en ze zullen genezen worden.”
Daarna keerde de amabie terug naar de zee.
Het verhaal werd inclusief afbeelding gedrukt in de kawaraban 瓦 版 (de toenmalige voorloper van de krant.) Deze via houtblokken gedrukte bulletins werden door verkopers op straathoeken en bruggen voorgelezen en zo verspreidde het verhaal zich in Japan.
..maar ook brengers van geluk, goede oogst, voorspoed én hoop
Dan toch maar liever de gezellige varianten, die opvallend vaak over kenmerken van bestaande dieren beschikken. De kitsune is een goed voorbeeld: deze yōkai staat bekend om zijn wijsheid en doet erg denken aan een gewone vos, ware het niet dat hij meerdere staarten heeft. Ook Tanuki zijn goedaardige dagelijkse verschijningen: deze mythische wasbeerhond wordt vaak aangezien voor zijn bestaande neef, de gewone Japanse wasbeerhond, maar beschikt over enkele eigenschappen die duidelijk maken dat het hier om een yōkai gaat: zijn onnatuurlijk grote (en op commando nog verder te vergroten) scrotum, waar hij vaak zittend op afgebeeld wordt, is een belangrijke aanwijzing. Je treft hem vaak bij de ingang van restaurants en cafés, omdat Japanners geloven dat hij zorgt voor geluk.
Yōkai nu
Yōkai veroverden zo een plek in de Japanse populaire cultuur die ze sindsdien niet meer afstonden. Ze keren terug in boeken, games, anime en manga. Zo is er Pom Poko, de film die animatiestudio Ghibli wijdde aan tanuki (en yōkai in het algemeen). In de videogame als Taiko no Tatsujin dansen ze vrolijk door het beeld, waar je het in Nioh juist tegen ze moet opnemen. En ook worden er nog altijd nieuwe yōkai ontworpen: sommige mascottes, yuru-kyara, hebben veel van yōkai weg. Zo ook Pokémon. Er is zelfs een spellenserie over yōkai, Yōkai Watch. En dan hebben we het nog niet eens gehad over Totoro – deze kruising tussen een uil en beer, ontsproten aan het brein van de bekendste Japanse sprookjesschrijver, is misschien wel de allerbekendste yōkai van allemaal.
Ook Amabie heeft haar bekendheid te danken aan een moderne uiting: ze stamt weliswaar uit de jaren 1840, maar werd vooral bekend door de jaren ’60 manga GeGeGe no Kitaro van Shigeru Mizuki. Mizuki overleed in 2015, maar toen zijn uitgever een afbeelding van Amabie tweette, met daarbij de tekst dat “de moderne epidemie moge verdwijnen”, werd ze een regelrechte hit.
Amabie geeft hoop

Het komt goed. Dat is een hoopvolle wens. Amabie biedt Japanners ook mogelijkheden om niet bij de pakken neer te zitten, maar actief bij te dragen aan het wegnemen van onzekerheid. Mensen delen eigen Amabie-tekeningen, ze wordt op kleding geborduurd, steekt uit kommen ramen-noodles en ouders boetseren haar in menig bento-box voor de kinderen. Kinderen die al helemaal niet bevatten hoe hun dagelijks leven zo volstrekt anders is dan een maand geleden, worden plezierig afgeleid. De amabie-hype van vandaag is vergelijkbaar met de knuffelberen voor het raam in Nederland, gebaseerd op het prentenboek We gaan op berenjacht van Michael Rosen. Pokémon Go, maar dan zonder smartphone en binnen de eigen buurt.
En nee, natuurlijk geloven Japanners niet écht dat Amabie de pandemie zal helpen verdrijven. Maar ze maakt deze wel een klein beetje draaglijker – en dat is genoeg.
12 april 2020