Akiya: lege huizen hergebruikt

Gigantische huizenprijzen zijn niet alleen een Nederlands verschijnsel: ook in Japan moet bar veel worden betaald voor een eigen woning. Zeker in Tokyo, waar de gemiddelde prijs van een huis afgelopen jaar op 64,9 miljoen yen lag: omgerekend ruim 520.000 euro. Dat is een flinke prijs, met name voor starters. Sinds kort bieden akiya, letterlijk ‘verlaten huizen’, uitkomst.

Zoals in zoveel landen trekken ook Japanners steeds meer naar metropolen als Osaka, Yokohama, Nagoya en uiteraard Tokyo. Dat zorgt voor een enorme druk op de woningmarkt in en rondom die steden, en maakt dat starters steeds vaker toevlucht zoeken tot leegstaande huizen. Niks mis mee, zou de gemiddelde Nederlander zeggen, maar veel Japanners moeten daarvoor wel een knop omzetten.

De knop moet om

In Japan is het niet gebruikelijk om een tweedehands woonhuis te kopen. Appartementen in flatgebouwen zijn uiteraard een ander verhaal, maar wie een eigen huis aanschaft, koopt het in de regel nieuw of laat het zelfs bouwen. Japanse gezinswoningen gaan namelijk gemiddeld dertig of zelfs maar twintig jaar mee. Dat heeft enerzijds te maken met het bouwmateriaal: veelal panelen van hout en kunststof, die op locatie min of meer in elkaar worden geklikt. Nu waren huizen in Japan altijd al grotendeels van hout, maar toen na de Tweede Wereldoorlog plots een heel veel nieuwe huizen nodig waren, kozen projectontwikkelaars op grote schaal voor prefab. Anderzijds leefden nog niet zo lang geleden meerdere generaties onder één dak. Ouders en kinderen woonden bij elkaar, waardoor weinig tot geen behoefte was aan tweedehands woonhuizen. Je verhuisde als kind immers met je ouders mee.

Een andere belangrijke reden voor de relatief korte levensduur van Japanse huizen komt voort uit de in de loop der jaren steeds veranderde veiligheidsvoorschriften met betrekking tot aardbevingen. Want waarom zou je structurele aanpassingen doorvoeren, als het goedkoper en sneller is om huizen plat te gooien en volgens de laatste regels opnieuw te bouwen? Om die reden wordt aan de meeste huizen nauwelijks grondig onderhoud gepleegd, het staat er immers toch niet voor de eeuwigheid. Voor starters is een huis laten bouwen echter geen optie, want ook prefab is nog steeds aan de prijs. Zij kiezen in toenemende mate voor het hergebruik van een lege woning.

En daar moet dus echt even bij geslikt worden. “Verwend” is een groot woord, maar in het land van Marie Kondo hechten jonge mensen wel aan schoon, fris, nieuw en dus opgeruimd. Zo zijn ze door hun ouders opgevoed, die zelf nog worstelden met gedachten aan onreinheid. Bovendien hebben starters veelal een baan die ze niet in staat stelt om ’s avonds nog even de overall aan te doen en te gaan klussen in huis. Hoe minder onderhoud, hoe beter.

Lege woningen

Leegstand is er in Japan steeds meer. Bij de laatste officiële telling in 2013 stonden er in heel Japan 8,2 miljoen huizen leeg, en experts schatten in dat dit de afgelopen jaren verder is toegenomen tot 10 miljoen. Die leegstand is het directe gevolg van vergrijzing, een probleem waar Japan al jaren mee kampt en nog altijd geen oplossing voor heeft gevonden. Terwijl die er wel steeds dringender moet komen, want in 2018 werden er voor het derde jaar op rij minder dan een miljoen kinderen geboren. Als die trend doorzet, zal het huidige inwoneraantal van 127 miljoen in 2060 zijn gekrompen tot 87 miljoen, met nog veel meer leegstand tot gevolg: al in 2033 zal één derde van de Japanse huizen leeg komen te staan.

Voor ons is het moeilijk voor te stellen dat er zoveel huizen leeg of zelfs verlaten blijven wanneer de eigenaar overlijdt. Nederlandse erfgenamen verkopen vaak het ouderlijk huis, trekken er soms zelf in, maar het blijft nagenoeg nooit leeg achter. In Japan is dat steeds vaker wel het geval, zeker bij huizen die buiten de grote steden liggen. Steeds minder Japanners willen op het platteland wonen. Daarbij komt dat de overschrijving van een stuk grond een ingewikkeld proces met veel in te vullen formulieren is. Zo zeer zelfs, dat het in bepaalde gevallen niet goed gaat en er vervolgens geen rechtmatige eigenaar meer kan worden aangewezen.

Die leegstand zorgt in veel gemeenten voor hoofdbrekens. Zo worden woningen niet zelden krakkemikkig en wordt de grond eromheen vaak als vuilstort gebruikt. Daarbij komt dat de leegstaande huizen over de hele stad zijn verspreid. Het lokale bestuur moet daardoor overal voor goede voorzieningen blijven zorgen, zoals goede wegen en basisscholen, maar kan tegelijkertijd over minder inwoners beschikken die daarvoor de belasting betalen. In Nederland en andere Europese landen zijn de meeste steden compact en omringd door (aangelegde) natuur, maar in Japan kennen steden veel meer uitlopers. Japan heeft haar steden vooral uitgekapt uit de natuur, langs rivieren en dalen. De natuur dicteert waar gewoond kan worden.

Nieuw plan van aanpak

Een aantal Japanse gemeenten heeft daarom een nieuw plan van aanpak in het leven geroepen: de compacte stad. Zoals Toyama, aan de Japanse westkust. De burgemeester wil zijn ingewikkeld uitgewaaierde stad veranderen, zodat deze er van boven uit komt te zien als “dumplings op een prikker”: verschillende woonkernen, die onderling via veel minder wegen zijn verbonden. Om mensen uit de buitenste wijken in de lege huizen van de te realiseren compacte centrumkernen te krijgen, belooft de gemeente subsidie aan wie de sprong waagt.

In veel Japanse steden en dorpen worden lege huizen inmiddels ook aantrekkelijker gemaakt door projectontwikkelaars en woningcorporaties. Die ruimen de rommel op, renoveren het huis van binnen, maken het met structurele aanpassingen schokbestendig en bieden het vervolgens aan kopers aan. Drie vliegen in één klap: voor starters is de woning veel beter te betalen, de omwonenden hebben geen last meer van de bouwval en het vuilnis, en gemeenten kunnen doorbouwen aan hun compacte stad. Akiya zijn daardoor niet langer een symbool van verval, maar juist van een hoopvolle toekomst.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *