“Aardbevingen? Dat is een fact of life”, antwoordde minister Henk Kamp in het nieuws, op de vraag hoe om te gaan met aardbevingen en de daardoor veroorzaakte materiële en immateriële schade in Groningen ten gevolge van de aardgaswinning. In Japan zijn aardbevingen inderdaad een fact of life, in Nederland denken Groningers daar heel anders over.
In Japan zijn aardbevingen (Jishin) aan de orde van de dag. Zo was ik bij een bevriende familie op bezoek, toen de grond begon te bewegen. De plastic tulpen op tafel wuifden heen en weer, waarna ik me realiseerde dat we middenin een aardbeving zaten. Ongeveer twintig seconden lang schudde het huis in korte rukken heen en weer, terwijl de muren kraakten en de kopjes in de keukenkast rinkelden. Vragend richtte ik mijn blik naar de moeder van het gezin, die vond dat het trillen wel erg lang duurde en dat we beter in het midden van de kamer konden gaan staan. Zo gezegd, zo gedaan en zo plotseling als de aardbeving was begonnen, zo plotseling hield deze ook weer op. Na afloop was geen spoortje angst af te lezen van het gezicht van moeder en dochter die aan tafel zaten te studeren. Wel vroegen ze per E-mail aan vader in Sendai of hij ongedeerd was, maar alleen enkele dozen op zijn kantoor bleken op de grond te zijn gevallen. Een andere dochter, die tijdens de aardbeving in bad had gezeten, stapte met een stoïcijns gezicht de badkamer uit en vroeg mij of dit mijn eerste lange aardbeving was. Na een bevestigend ja, vroeg ik of het dan niet gek was om te badderen tijdens een aardbeving. Dat bleek geen enkel probleem, ze had het bad alleen wat moeten bijvullen omdat water over de rand was geklotst.
Gecontroleerde informatieverstrekking bij aardbevingen
Nadat het welzijn van alle gezinsleden was vastgesteld, zetten ze de televisie aan. De uitzending was onderbroken vanwege de aardbeving en vervangen door een verslag van de dichtstbijzijnde afdeling van de NHK. Deze Japanse publieke omroep heeft een fijnmazig netwerk van aardbevingsdeskundigen over het hele land in dienst en kon daarom al enkele minuten na de aardbeving de magnitude op verschillende plaatsen laten zien. Hoewel de verslaggevers in het epicentrum een gespannen indruk maakten, slaagden ze er toch in om nauwgezet de lijst met bevingsinformatie voor te lezen. Het was bewonderenswaardig hoe rustig de meeste Japanners bleven tijdens deze aardbeving. In plaats van onrust te zaaien op social media, lijkt het erop dat men in Japan gewend is aan een sterk gefaseerde en gecontroleerde manier van informatieverstrekking. Westerlingen zullen misschien opmerken dat de waarheid dan te laat of niet naar buiten komt. Maar in Japan heerst over het algemeen de opvatting dat het bewaren van consensus en rust belangrijker is dan het brengen van de waarheid.
Deze berusting en voortzetting van het dagelijkse leven in tijden van rampspoed, zit de Japanners vast in het bloed. Zo verbaasde ik mij de volgende dag over de werknemers in een kantoor dat ik vanuit mijn studentenkamer kon zien. Laat in de middag vond weer een aardbeving plaats van het kaliber dat ik de vorige dag had gevoeld. Pas na tien seconden stonden de kantoorwerkers op vanachter hun computers en na enkele tientallen seconden gewacht te hebben, gingen ze weer op hun stoel zitten. Vervolgens werkte men ongestoord door, alsof er niets was gebeurd.
Berusting
In een land waar zoveel natuurgeweld voorkomt, heeft zich waarschijnlijk door de eeuwen heen een grote mate van berusting ontwikkeld. Ook in Japan treurt men om verloren dierbaren, men is invoelend, maar houdt zich echter meestentijds goed, teneinde het moreel hoog te houden en aan te geven dat uit ieder dal, hoe diep ook, is te ontsnappen.
In Nederland zou men zich op eenzelfde wijze kunnen gedragen bij een dijkdoorbraak of zondvloed. Deze komen – wij zijn nogal handig – niet zo vaak meer voor. Als het echter voorkomt accepteren we niet dat het gebeurt. In Nederland wensen boeren gecompenseerd te worden voor mislukkende oogsten en ganzen- of muizenplagen, voor polders die onder water worden gezet om de rivier meer ruimte te geven. We accepteren al helemaal niet dat een verzakkend Oost-Groningen niet door natuurkrachten veroorzaakt wordt, maar door mensenhanden en foutieve of naïeve berekeningen aan tekentafels. We vinden de uitspraken van de Excellentie dan ook te kort door de bocht en horkerig. Dat is te begrijpen; het gaat niet om natuurgeweld en de mensen die schade oplopen maken zich individueel zorgen, vrezen dat ze als groep niet gehoord worden, dat de belangen van andere groepen groter zijn, andere groepen onverschillig staan tegenover hun sores. We zijn in Nederland.
Maar hoewel beide landen volgens volstrekt andere culturele principes omgaan met aardbevingen, is er wel een overeenkomst waar te nemen: Wie niet direct getroffen wordt, gaat weer over tot de orde van de dag.
20 januari 2015