Speeltip (2) – De Etrian Odyssey-serie

“Hoe kan een dungeon crawler nu nog interessant zijn?” is een – wellicht terechte – vraag die ik meerdere malen voorbij heb horen komen als reactie op het aanraden van de Etrian Odyssey-serie. In tegenstelling tot The Legend of Heroes: Trails in the Sky, dat zijn oorsprong begin jaren ‘80 vindt, is Etrian Odyssey van ontwikkelaar Atlus een jonge telg onder de RPG-series: het eerste deel verscheen begin 2007 in Japan en lag pas anderhalf jaar later in de Nederlandse winkelrekken. Ondanks de tegenvallende verkoopcijfers in Europa, waardoor wij deel twee en drie hebben moeten missen, probeert uitgever NIS America het dit najaar opnieuw met Etrian Odyssey IV: Legends of the Titan.

De oorspronkelijke Japanse naam van de reeks geeft waarschijnlijk duidelijker weer waar de serie om draait. ‘Seikaiju no Meikyuu‘ betekent letterlijk ‘Het Doolhof van de Wereldboom’, een referentie naar de Yggdrasil uit Noorse mythologie. In plaats van de donkere kerkers uit andere dungeon crawlers, zoals inspiratiebron Wizardry, beslaat het doolhof van Etrian Odyssey een helder groen woud. Naarmate je lagere verdiepingen in het doolhof bereikt, worden omgevingen langzaam grimmiger en verraderlijker.

Natuurlijk verken je zo’n gevaarlijke omgeving niet in je eentje. Bij aanvang van een Etrian Odyssey-titel stel je zelf je team samen. Je hebt de keuze uit een aantal klassen, waarna je een portret en naam voor het personage kunt kiezen. Samen vormen je personages een gilde dat op zoek gaat naar de geheimen van de Yggdrasil en beroemd wordt door alle schatten die het onderweg vindt. Je baant je een pad door hordes monsters en de vele valstrikken van het doolhof.

Wat Etrian Odyssey bijzonder maakt is de repetitieve cyclus om verder te komen in het doolhof. Je kunt ‘loot’ van vijanden verkopen aan de smid zodat deze materiaal heeft om sterkere wapens en uitrusting te vervaardigen, welke jij vervolgens weer kunt kopen om nèt dat beetje extra vuurkracht te hebben voor die ene baas. Even zo belangrijk is het samenspel tussen de gildeleden. Terwijl de leden op de achterste rij proberen de vijand te verblinden of te vergiftigen (het liefst allebei natuurlijk), kan de zwaardvechter de vijand direct van voren aanvallen. Doordat je zelf kunt kiezen wanneer elk personage bepaalde vaardigheden leert, gaat het niet om micro-tactiek tijdens gevechten, maar ook om het strategisch plannen voor de langere termijn.

In lijn met dungeon crawlers uit de jaren ‘80 laat Etrian Odyssey je zelf een plattegrond tekenen en bijhouden. Op het onderste scherm van de Nintendo (3)DS heb je virtuele potloden, stempels en markeerstiften om notities te maken voor missies of als geheugensteuntje voor latere bezoekjes aan een bepaald gebied. Ook je kaart bijwerken is een cruciaal element van Etrian Odyssey: het laatste dat je wil, is dat je na een moeilijk gevecht bent vergeten waar de dichtstbijzijnde rustplek is.

Dit totaalpakket maakt van elke Etrian Odyssey een avontuurlijke onderneming. De drang om verder te spelen wordt dan ook niet aangedreven door een verhaal – er is hooguit wat dialoog – maar door de nieuwsgierigheid van de speler. Het sprankelende schatkistje in de verte, het onverkende steegje in het zuiden of dat ene voorwerp dat je nodig hebt om dat fantastische wapen te kunnen laten maken. Zolang je nieuwsgierig bent en open staat voor nieuwe avonturen, dan kunnen dungeon crawlers nog steeds interessant zijn.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *