Kogaratsu : de mooiste samurai komen uit België

Marc Michetz, pseudoniem van Marc Degroide (1951), is een Belgische striptekenaar. Hij tekende zowel voor het tijdschrift Tintin als Spirou. Michetz is gepassioneerd door de Japanse middeleeuwen. Zijn bekendste creatie is de reeks rond de samurai Kogaratsu, die hij samen met scenarist Bosse, pseudoniem van Serge Bosmans (1954) sinds 1985 adembenemend vorm geeft.

Kogaratsu was in 1985 één van de eerste westerse Samurai-strips. Sindsdien verschenen veertien albums in deze reeks. Kogaratsu is geen manga, maar behoort tot de Belgische traditie van de bande dessinée, ontwikkeld door onder meer grootheden als Hergé (Kuifje) en Franquin (Guust Flater, Robbedoes). De strip vertelt het verhaal op pagina’s in A4-formaat met ingekaderde afbeeldingen en ondersteunende tekst, vooral in spraakballonnen.

Kogaratsu?

De naam betekent Oude Karatsu. Karatsu is een Japanse stad in de prefectuur Saga op het eiland Kyushu. De held in de verhalen woont en ‘werkt’ echter 2000 kilometer ver weg op Hokkaido, het meest noordelijke grote eiland dat toen nog Ezochi of Ezochigashima werd genoemd. Het is dus zeer de vraag of hij geografisch vernoemd is door zijn ouders of dat Bosse en Michetz het gewoon een plezierige naam vonden.

Alle verhalen staan op zich, zoals dat hoort in een stripverhaal. De rode draad die de onderdelen van de reeks met elkaar verbindt, is de reis van de gewezen samurai Nakamura Kogaratsu. Hij zwerft doelloos rond en is daarmee in feite een rōnin, letterlijk ‘iemand die dwaalt’: hij heeft geen meester meer en besluit de handen uit de mouwen te steken voor iedereen die hem nodig heeft. Niet als huursoldaat, maar als ‘Barmhartig Samaritaan’. Waar hij bij toeval voorbij komt is altijd wel iets aan de hand, scheefgegroeid of zelfs akelig mis. Er broeit iets, soms is dat onrecht door schurken, soms is er magie in het spel. Onze autonome rōnin kan het niet laten om zich er mee te bemoeien en slaagt er in steeds 47 afgemeten pagina’s in om het dorp of de tempel tevreden achter te laten, waarna de held zijn reis weer kan vervolgen. Hij past uitstekend in de romantische traditie van loyaliteit, giri (‘eergevoel’) en mystiek.

In de loop der jaren groeien Michetz en Bosse in hun kennis en liefde voor Japan. Waar in de eerste albums de strip nog een wat traditionelere getekende avonturenroman is met veel vechten en rumoer, zijn de latere albums ronduit sereen en komt de katana niet veel meer uit de schede. Kogaratsu wordt filosofisch.

Historische context

Het eerste album is gesitueerd in 1610, het prille begin van het Tokugawa shōgunaat. Tokugawa Ieyasu heeft als krijgsheer of shōgun sinds 1603 de touwtjes in handen van een voor het eerst verenigd Japan. Daarom is de keuze voor Hokkaido als locatie opmerkelijk: samurai-verhalen van zowel Japanse als westerse auteurs spelen zich meestal af in en rond hoofdstad Edo (het huidige Tokyo), Kyoto of langs de kust van het grootste eiland Honshu.

Bosse en Michetz kiezen echter voor Hokkaido en vertellen over een twaalf jaar durende periode van vrede op het eiland. De lokale daimyo Mitsuru had de zijde van de shōgun gekozen tijdens de grote strijd om de macht en mocht als teken van dank trouwen met de nicht van Ieyasu, die prinses Ishi wordt genoemd. Hoewel de titel van shōgun van vader op zoon wordt doorgegeven, is van koninklijk, of in Japans geval keizerlijk bloed geen sprake. De titel ‘prinses’ is dan ook niet helemaal comme-il-faut. Kogaratsu is in dienst van de fortuinlijke daimyo Mitsuru, maar hoorde daarvoor tot de lijfwacht van de broer van Mitsuru, Yoshida. Mitsuru – het boefje – liet zijn broer lafhartig ombrengen. Uiteindelijk zit met name dat gegeven Kogaratsu toch niet lekker en hij besluit zijn eigen weg te gaan. Uiteindelijk, want er gebeurt natuurlijk in de tussentijd een hoop.

Romantiek van de bushi

Omdat het verhaal in Hokkaido aanvangt is de feitelijke juistheid van de historische context niet gemakkelijk te verifiëren. Zouden de landheren Mitsuru en Yoshida werkelijk de Matsumae-clan, die de touwtjes in handen had, hebben geleid? We weten het niet. Is het belangrijk? Hee, het is een strip! Veel belangrijker zijn de sfeer, de romantiek van de samurai en de avonturen. Die zijn alle puik in orde, de setting is onmiskenbaar Japans, de samurai krijgen te maken met musketten als oneervolle concurrent van de katana, met kanonnen en Portugese missionarissen op fluitschepen. Dat klopt allemaal als een (haak)bus. Kogaratsu is een man van eer. Hij verovert het hart van de lezer door zijn gevoel voor plicht en gebondenheid aan de romantische erecode van de bushi, de samurai, de bushido. 

De mooiste tekeningen

De grootste aantrekkingskracht van Kogaratsu zit in het tekenwerk van Michetz. De eerste albums zijn al mooi, maar de tekeningen zijn nog ondergeschikt aan het avontuur en horen nog tot het traditionelere stripgenre dat door tekenaars als Derib en Giraud wordt gedefinieerd. De frames zijn druk, en nog volledig gevuld. Wel zijn we zeer beslist in Japan; het landschap, de gebouwen, de karakters, hun kleding, en tal van verrassend nauwkeurige details laten daar geen twijfel over bestaan.

Naarmate de jaren vorderen wordt de kunst van het weglaten bemeesterd. De frames worden minder traditioneel en meer open vormgegeven. Er mag ook meer wit in de achtergrond. Een toenemend aantal frames wordt gevuld met uitsneden van een groter geheel dat nooit getoond hoeft te worden. De oorspronkelijke grote hoeveelheid tekst verdwijnt; de tekeningen zijn verhalend genoeg. Personen worden steeds meer in een stijl getekend die de klare lijn van Hergé en de Japanse inktschilderingen, de Sumi-e, ergens halverwege ontmoeten. Zelfs de handtekening van Michetz wordt onmiskenbaar Japans: hij zet zijn letters onder elkaar in Sōsho, de kalligrafie waarbij het penseel niet van het papier komt tijdens het schrijven. Michetz maakt fraaie Japanse gezichten en maakt nergens de fout een karikatuur van het Japanse gelaat neer te zetten. Andere striptekenaars waren daar niet vies van, zie bijvoorbeeld Mitsuhirato in de Blauwe Lotus van Hergé en bijvoorbeeld Taka Takata (een serie van Jo-El Azara), die niet alleen een foute naam draagt, maar zich ook verliest in spleetogen en rare jukbeenderen die het komische voorbij gaan.

Michetz is daarnaast een meester in het tekenen van beweging. De katana, de pijlen, ze zwieren. Hij slaagt er ook als geen andere in om wind in de hakama, overbroeken en kimono’s op te laten bollen. Hij gebruikt Japanse onomatopeeën om in de sfeer te blijven. De gezichtsuitdrukkingen en de haardracht van zowel mannen als vrouwen zijn die van een Japan dat niet meer is. Meer woorden zijn niet nodig, de tekeningen spreken voor zich. Wie eenmaal één tekening van Michetz heeft gezien, herkent alle andere onmiddellijk. Ze zijn uniek.

Ander werk

Naast de avonturen van Kogaratsu tekende Michetz, ondersteund door een scenario van Yann, ook het tweeluik Tako, dat verscheen bij Uitgeverij Glenat. De tako of octopus neemt een prominente rol in in het leven van drie kille, elkaar niets ontziende zusters. Elk van hen wil de erfgename van hun oude blinde vader worden. Tot hun grote woede verwekt deze een kind bij zijn maîtresse. Om van haar af te komen proppen ze de zwangere vrouw zo vol met rijst dat ze er in stikt. En daarmee begint een macabere geschiedenis die door Michetz stijlvol in beeld is gebracht. Opvallend is het verschil in tekenstijl i.v.m. de serie Kogaratsu. Dit album vraagt een actievere houding van de lezer door de pagina-indeling en structuur van het verhaal. Ook deze albums zijn zeer goed gedocumenteerd. Al voordat de eerste potloodpunt het papier raakte, is de Japanse culturele traditie in de Edo-periode uitgebreid onderzocht. Het leven aan het hof, het diepzeevissen door ama-duiksters, het prachtige embleem (de mon) van de tako, kleding, natuur, dieren, alles klopt.

Wie Michetz googlet komt bij de afbeeldingen ook een ruime hoeveelheid min of meer erotische prenten tegen van dames in en uit samurai- en andere Edo-mode. Michetz houdt van Japan en ook van vrouwen, zoveel is duidelijk, en weet ook hen weergaloos te portretteren.

Kogaratsu lezen?

De reeks Kogaratsu is verschenen bij Uitgeverij Dupuis. De nummering van de reeks start bij 0. Dit album werd ruim na de Bloedlotus getekend, maar hoort in het levensverhaal van Kogaratsu vooraan. De albums zijn nog steeds in elke stripspeciaalzaak op voorraad. Ze behoren tot de top van de bandes dessinées.

  • KogaratsuDe brug naar nergens
  • De bloedlotus
  • De schat van de Eta
  • Gebroken lente
  • De rug van de tijger
  • De berg van Yama-no-Kami
  • In de maalstroom van het leven
  • De andere kant van de hemel
  • Onder het oog van de maan
  • De strategie van spanrupsvlinder
  • Ultiem rood
  • Te vuur en te zwaard
  • Het gezicht van het kwaad
  • Taro
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, Grafische kunst en getagd , , , , door Cees Omes . Bookmark de permalink .

Over Cees Omes

Onderwijskundig adviseur/programmeur, docent en trotse vader van drie zonen die volledig "into Japan" zijn. Twee daarvan hebben in Leiden de studierichting Talen en Culturen van Japan afgerond, de derde is een Anime-Otaku. Naast Cool Japan en eeuwenoude culturele tradities beschouwt hij vooral Sociaal Japan. Cees verwondert zich over de sociale cohesie en oplossingen die Japan kiest voor vraagstukken wanneer mensen met elkaar omgaan. Op straat, in het gezin, het onderwijs en in de zorg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *