Kyoto : Kinkaku-ji, het Gouden Paviljoen

Kinkakuji, het Gouden Paviljoen, is één van de bekendste tempels van Kyoto. Foto’s die van een afstand de tempel, met ervoor de vijver en daar achter het bos weergeven, zijn wereldberoemd. De tempel staat dan ook op de Nationale Japanse lijst van speciale historische plekken en speelt een prominente rol in de Japanse cultuur: het Gouden Paviljoen staat symbool voor esthetische en religieuze waarden van het oude Japan en komt terug in literaire werken.

Kenmerken

Het Gouden Paviljoen telt drie verdiepingen en behoort tot het terrein van de Rokuon-ji tempel. De tempel fungeert als een opslagplaats voor relieken van de historische Boeddha, Sakyamuni. De bovenste twee verdiepingen zijn bekleed met puur bladgoud, waaraan het gebouw zijn naam ontleent. Het paviljoen combineert drie verschillende architectonische stijlen: de begane grond is opgetrokken in de Shinden-zukuri (zukuri betekent stijl), die doet denken aan de 11e eeuwse paleizen van de aristocratie in Kyoto. De witte, ook wel op Duitse vakwerkhuizen lijkende panelen, maken dat duidelijk. Ook is deze ruimte, op een paar schuifdeuren na, bijna geheel leeg. Die ruimte was nodig voor de hofadel, die vooral op de grond zat en daar ingewikkelde rituelen uitvoerde. De eerste verdieping is gebouwd volgens de regels van de Buke-zukuri, een militaire bouwstijl. De vele afzonderlijke kamertjes en praktische inrichting zijn typische kenmerken van deze stijl. Waar de Shinden-zukuri de nadruk legt op schoonheid, bouwden de samurai veel praktischer: vertrekken moesten beschermd worden tegen indringers. Deze verdieping bevat de relieken van de Boeddha en een altaar voor de Bodhisattva van de genade, de Bosatsu Kannon. De derde verdieping is gebouwd volgens de regels van de Zen-zukuri. Dit kun je goed zien aan de ramen, die de vorm hebben van een tempelklok. Deze verdieping werd toegevoegd in de Japanse middeleeuwen, tijdens de Muromachi-periode (1336 tot 1573). In deze periode was het Zen-boeddhisme namelijk zeer invloedrijk.

Historie

Op het terrein waar zich nu het Gouden Paviljoen bevindt, stond eerst een villa van de edelman Kintsune Saionji (1171 – 1244). Het gouden paviljoen is in 1394 op dit terrein gebouwd, nadat de grond werd overgenomen door shōgun Ashikaga Yoshimitsu (1358 – 1408). Hij construeerde het gebouw als een Shariden, een heilige plek waar relikwieën van de Boeddha in bewaard worden. Gedurende Yoshimitsu’s bewind beleefde Japan één van de meest stabiele perioden uit haar premoderne geschiedenis, wat zich uitte in culturele bloei. Deze periode staat ook wel bekend als de Kitayama-periode, omdat het Gouden Paviljoen en andere belangrijke gebouwen van de shōgun zich op de Noordelijke Berg (Kita Yama) bevinden.

Het huidige paviljoen is een replica: in 1950 brandde het, zoals Japanse gebedshuizen opvallend vaak overkomt, volledig af. De brand werd nota bene aangestoken door een monnik, de 22-jarige Hayashi Yoken. Hij was dusdanig geobsedeerd door de schoonheid van het gouden paviljoen, dat hij zich gedwongen voelde het in brand te steken. Zijn oorspronkelijke plan was om in de vlammenzee te sterven. Maar hij werd overmand door angst, vluchtte en kon na een mislukte zelfmoordpoging worden gearresteerd. De beroemde Japanse schrijver Yukio Mishima (1925-1970) baseerde zijn meest beroemde roman, toepasselijk Kinkaku-ji genaamd, op dit voorval.

Tempelcomplex

Wie het tempelcomplex wil bezoeken heeft daar een ticket voor nodig. Het is er het hele jaar rond erg druk en er is dan ook een route uitgezet die je echt dient te volgen. Het is verplicht, maar ook handig en verstandig om met de mensenstroom mee te gaan.

  • Via de Somon of toegangspoort loop je de tempel binnen. Aan je rechterhand bevindt zich een loket waar je de toegangskaartjes kunt kopen. Volwassenen betalen 400 yen en kinderen 300 yen. Je passeert daarbij een Shōrō of klokkenstoel;
  • De route voert daarna gelijk naar de Kyoko-chi vijver. Aan de overkant hiervan dipt het paviljoen de tenen in het water. Hier kun je de perfecte foto maken. De nok van het dak wordt gekroond met een opvallende feniks. Een toepasselijke verwijzing naar het steeds uit de as verrijzende gebouw.
  • Aan je rechterhand vind je een aantal vertrekken, waaronder de Kuri, de woonvertrekken van de tempelmonniken;
  • Naast de Kuri staat de Hojo. Dit is het verblijf van de abt;
  • Als je voorbij deze gebouwen loopt, buigt het pad naar links om de Kyoko-chi en loop je achter het paviljoen langs. Je kunt het zo, weliswaar vanaf een afstandje, in zijn volle glorie bekijken. Als je de tempel eenmaal voorbij bent gelopen, kom je eerst de Shin’un tegen, een kleine Shinto-schrijn;
  • Daarna kom je langs de Ryumon baku (drakenpoort). Niet letterlijk een poort, maar een waterval die – met enige verbeelding – op een poort lijkt. De waterval stort zich uit over een rotspartij die vanwege haar vorm bekend staat als de karper-steen;
  • De Anmintaku vijver ligt in de buurt van de drakenpoort. Deze “vijver van rust” droogt nooit op. Daarom bidden pelgrims vaak om regen als ze hier langs komen. De vijver beurt op van de schildpadden, die in Japan worden bewonderd als symbool voor een lang leven;
  • Hierna volgt de Sekkatei, oftewel het theehuis met de gunstige kijk op de zonsondergang. Het heet zo, omdat je vanuit het theehuis de zonsondergang kunt zien die reflecteert op het Gouden Paviljoen;
  • Tot slot kom je langs de Fudo-do, de Fudo-hal. Fudo is de boeddhistische god van wijsheid en vuur. Hij is de vernietiger van waanideeën en kan uitstekend vleselijke verleidingen weerstaan. Dat is niet mis. Fudo biedt dan ook hulp aan pelgrims om verlichting te bereiken. Er wordt wierook gebrand voor zijn beeltenis en een bel geluid om zijn zegening te vragen.

Adres en bereikbaarheid

gouden paviljoen
Klik op de Googlemap hiernaast voor een virtuele rondwandeling.

Je kunt het beste naar Kinkaku-ji gaan vanaf het centraal station van Kyoto. Je neemt bus 101 of 205 en rijdt in 40 minuten naar het tempel-terrein. De prijs voor dit vervoer is met 230 yen erg schappelijk. Je kunt ook voor 260 yen de Karasuma-metrolijn nemen, richting Kitaoji station. Vanaf Kitaoji neem je bus 101, 102, 204 of 205 naar de Kinkaku-ji. Een kaartje voor deze bussen kost ook 230 yen.

Meer informatie

  • Helaas mag de gewone bezoeker het paviljoen niet betreden. Gelukkig is er een virtuele rondleiding door de Kinkaku-ji beschikbaar op Youtube.
  • Kinkakuji Wikipedia
  • De officiële website van de Kinkakuji is Japanstalig, maar heeft live webcams die overdag live uitzenden en ’s nachts iedere drie minuten een beeld doorsturen.

De romantiek van Yukio Mishima

gouden paviljoenHet Gouden Paviljoen beschrijft de op waarheid berustende geschiedenis van een lelijke, stotterende, gefrustreerde priester-student, in het boek Mizoguchi genaamd, die door dit paviljoen, een heiligdom vermaard om zijn architectonische schoonheid en al vijf eeuwen het symbool van een glorierijk verleden, geobsedeerd wordt. Hij vat haat-liefde-gevoelens op voor dit glanzende eeuwenoude gebouw van volmaakte schoonheid. Het overweldigt hem en snijdt hem telkens weer van het leven af, juist als hij denkt het eindelijk te kunnen grijpen. Na zorgvuldige voorbereidingen steekt hij het Gouden Paviljoen in brand en zoekt zelf in de vlammen de dood. Als deze zelfmoord mislukt vlucht hij en tracht zichzelf opnieuw van het leven te beroven, en wordt dan gearresteerd. In het daaropvolgende proces komen de motieven van zijn brandstichting naar voren. Ofschoon hij als psychopaat wordt beschouwd, is zijn daad niet alleen een pathologische actie maar ook bedoeld als een symbolische daad van verzet tegen neurotische Zen-praktijken, tegen een geperverteerd, zichzelf overleefd hebbend boeddhisme. Mishima pleegde zelf uiteindelijk overigens ook seppuku, rituele zelfmoord. De indrukwekkende roman is onder andere verkrijgbaar bij Bol.com.

Geluk is hier te koop

gouden paviljoenOp het tempelterrein vind je oranjekleurige automaten. Dit zijn nu eens geen overal elders alomtegenwoordige Jidouhanbaiki of frisdrankautomaten. Hier kun je gerieflijk jouw omikuji uit de automaat trekken. Daarnaast vind je langs de route ook een aantal plaatsen van waaruit je nu nog handmatig muntjes kunt werpen naar heilige(n) beelden die op enige afstand langs het pad staan. In beide gevallen dwing je met je bescheiden bijdrage de goden om goed voor je te zorgen of minstens een beetje op je te letten.

Ryoanji

Als je hier dan toch bent: Het bezoek aan Kinkaku-ji kan goed gecombineerd worden met een bezoek aan de rots-tuin van de nabijgelegen Ryoan-ji tempel. De naam betekent letterlijk “Tempel van de vreedzame draak”. De tempel behoort tot de Rinzai-sekte, die weer onder het Zen-boeddhisme valt. Daarom heeft de rotstuin van de tempel een eenvoudig ontwerp. Het is een vlakte met zorgvuldig in patronen geharkt grind die de oceaan voorstelt. Daarin staan 15 rotsblokken die eilanden representeren. Het verhaal gaat dat degene die verlicht is, alle rotsblokken tegelijkertijd kan waarnemen. Degene die niet verlicht is, zal vanuit elke hoek van de tuin slechts 14 stenen kunnen zien. De rotstuin is omsloten door een aarden muur, die ingewreven is met olie. Omdat in de loop der eeuwen de olie uit de muur is gesijpeld, zijn mooie patronen ontstaan.

Dit artikel maakt deel uit van de reeks Ken uw Tempel van Katern: Japan