Japanse duizendknoop: een groene invasie uit Japan

Op het nieuws werd onlangs de reuzenberenklauw als ongewenste bezoeker van Nederland besproken. Deze plant overwoekert alle andere en kan bij aanraking forse brandblaren veroorzaken. Vanaf augustus is het verboden om de plant te verhandelen en is de overheid verplicht de exoot te bestrijden. Maar ook een andere plant zien we hier liever niet als wel: de Japanse duizendknoop moet weg.

Berenklauw kennen we in Nederland als een gebakje. Een chocoladeschuitje in de vorm van inderdaad een berenpoot, vaardig volgespoten met slagroomkrullen en gegarneerd met een bigarreau of een stukje ananas en een blaadje van couverture. Ook gevaarlijk, vanwege de heftige hoeveelheid calorieën, maar niets vergeleken met de gelijknamige plant. Bij het gebak kies je zelf om je in het onheil te storten, maar de plant wordt nietsvermoedend aangeraakt. Enorme blaren waar de brandnetel een puntje aan kan zuigen zijn het gevolg. De reuzenberenklauw is geen inheemse plant: hij is per abuis “overgewaaid” uit Zuidwest-Azië.

Met dezelfde wind is ook een plant uit het Verre Oosten meegekomen die we inmiddels liever kwijt dan rijk zijn. De Japanse duizendknoop werd rond 1830 in Nederland geïntroduceerd door Philipp Franz Von Siebold, befaamd en geroemd om zijn onderzoek naar de Japanse flora en fauna. In 1848 is de soort, onder de naam Polygonum Sieboldii, voor het eerst in de catalogus van een kwekerij genoemd. Duizendknoop werd vervolgens als sierplant verkocht en vanuit Leiden over Europa verspreid. “Wat een mooi blad, en wat groeit-ie snel!” Hoveniers van landschapsparken waren er maar wat blij mee.

Een onbedoelde Japanse tuin

De duizendknoop is echter in Nederland op grote schaal gaan verwilderen. Het dumpen van tuinafval heeft waarschijnlijk in hoge mate bijgedragen aan de verspreiding van de plant, die ‘uit de voeten’ kan met allerlei soorten grond en niet kieskeurig is als het om een standplaats gaat. Hij kan zich razendsnel uitbreiden en doet dat vroeg in het voorjaar, nog voor andere planten een kans krijgen. De bladeren zijn aaneengesloten en houden de zon weg voor alles wat er onder zou willen groeien. De rest van de vegetatie geeft het op en wordt al snel verdrongen.

Zo kun je dus zonder dat je het wilt over een Japanse tuin beschikken. Maar dan wel een met maar één plantensoort, die ruim twee meter omhoog schiet. Wie dacht dat het Nederlandse zevenblad een plaag was, heeft duidelijk nog geen kennis gemaakt met de Japanse duizendknoop. De wortels gaan tot maar liefst drie meter diep en een klein stukje vergeten wortelstok is genoeg om een tuin opnieuw te overwoekeren.

Economische schade

Duizendknoop is al geen zegen voor de tuin, maar kan ook grote schade veroorzaken in het publiek domein. Dijken, duinen en spoorwegtaluds worden aangetast. Dijken en duinen zijn juist gebaat met een dichte gras- of helmbegroeiing. De wortels houden het zand bij elkaar. De duizendknoop concurreert helm en gras weg en maakt het ook lastig om de dijk te controleren: je moet door een dik bladerdek heen. Er moet vaker gemaaid worden dan goed is voor de ondergrond en zo zorgt de plant voor eerder onnodige kosten en risico’s. Uitgraven is niet eenvoudig – we noemden de diepte van wortelstelsels al. Bovendien moet de wortel er liefst in het geheel uit, maar graven in een dijk of talud doe je beter niet. Nog meer problemen ontstaan wanneer de duizendknoop de straat en de bebouwing bereikt. Rioleringen, glasvezelkabels, funderingen – de duizendknoop eet het allemaal op.

Von Siebold bedoelde het natuurlijk allemaal goed. Maar deze plant heeft hij beslist niet ontdekt in Tokyo of Kyoto: de duizendknoop komt van de berghellingen. In Japan weten ze namelijk al heel lang heel goed dat de duizendknoop wel prachtig maar geen lieverd is. Hij wordt dan ook niet binnen de bebouwde kom gebruikt of toegelaten.

Duizend knopen

Gemeenten, waterschappen, staatsbosbeheer, spoorwegbeheerders en natuurlijk tuiniers zitten met duizend knopen in de maag. Stichting Probos (duurzaam bosbeheer) biedt een actuele website die geheel gewijd is aan de bestrijding van deze ene Japanner. Hoe mooi Japanse planten ook zijn, déze maar liever niet doen.

Meer lezen?

Afbeeldingen afkomstig van Phlorum.com

Dit bericht werd geplaatst in Bloemen en planten en getagd door Cees Omes . Bookmark de permalink .

Over Cees Omes

Onderwijskundig adviseur/programmeur, docent en trotse vader van drie zonen die volledig "into Japan" zijn. Twee daarvan hebben in Leiden de studierichting Talen en Culturen van Japan afgerond, de derde is een Anime-Otaku. Naast Cool Japan en eeuwenoude culturele tradities beschouwt hij vooral Sociaal Japan. Cees verwondert zich over de sociale cohesie en oplossingen die Japan kiest voor vraagstukken wanneer mensen met elkaar omgaan. Op straat, in het gezin, het onderwijs en in de zorg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *