Hoe de iPhone Japan veroverde

Hoewel de hoofdrol tijdens het bescheiden Apple-event van 27 oktober was weggelegd voor nieuwe laptops, viel ook een andere slide in de presentatie op: vanaf nu is het in Apple’s kaarten-app mogelijk de dienstregeling van het Japanse openbaar vervoer te raadplegen. Dat klinkt wellicht als een voetnoot, maar de Japanse markt is inmiddels erg belangrijk voor de Amerikaanse technologiegigant – al kende de iPhone er een stroeve start.

Er was een tijd dat elke Japanner een clamshell bezat: een telefoon die bestond uit twee helften en een scharnier, die bij gebruik opengeklapt kon worden. Japanse fabrikanten als Sharp en Fujitsu hadden de markt stevig in handen en waren met deze toestellen hun tijd ver vooruit: gebruikers konden er al mee filmen en televisie op kijken in een tijd dat wij nog heel tevreden waren als onze Nokia’s meer dan zestien kleuren weergaven.

mickey-chainGeen wonder dus dat Japanners niet massaal naar de winkel holden voor de iPhone. Niet alleen ontbeerde deze een videocamera en de mogelijkheid om televisie te ontvangen, maar het toestel was ook nog eens ongehoord duur. Daarnaast beschikten (en beschikken) veel Japanners niet over een thuiscomputer: de eerste generaties iPhones moesten met iTunes via de PC of Mac worden ingesteld. En dan was er nog het ontwerp: hoewel de iPhone nu door velen als het toppunt van design wordt beschouwd, dachten veel Japanners, gewend als ze waren aan kleurrijke en glanzende telefoons, daar in die tijd toch echt anders over. En, zoals je onlangs hebt kunnen lezen hoort er wat hen betreft ook een haakje aan voor de kawaii sleutelhanger!

De ommekeer: iPhone 3G

Wat Japanse telefoons echter ook waren, was wat ze in het Engels “bloated” noemen: de toestellen waren volgeladen met allerlei redundante en slordig geprogrammeerde software met veel overbodige functionaliteit en die onnodig veel ruimte op de geheugenkaart inneemt. Welnu, als er iets wat Apple goed kan, is het ontwikkelen van software die naadloos past bij de hardware. Eind jaren ’00 was de iPhone één van de weinige toestellen die niet speciaal werden aangepast voor de Japanse markt, en daarmee vrij van zogenaamde “bloatware”.

hello-kityy-caseDaarnaast leende de vorm van het toestel zich, beter dan clamshells, voor hoesjes! Net als de sleutelhangers een uitgelezen mogelijkheid om de telefoon te personaliseren!  Entertainmentbedrijven als Sanrio (o.a. Hello Kitty) en Disney speelden hier tot genoegen van met name tienermeisjes  snel op in.

De ommekeer werd ingezet ten tijde van de iPhone 3G; sindsdien verkoopt ieder nieuw model, net als in de rest van de wereld, beter dan zijn voorganger. Het zal Steve Jobs veel plezier hebben gedaan: de in 2011 overleden oprichter en ex-CEO van Apple stak zijn bewondering voor Japans design niet onder stoelen of banken. Zo vroeg hij de Japanse wereldberoemde couturier Issey Miyake een uniform voor hem te ontwerpen; zijn onafscheidelijke coltrui, waar hij er tientallen van liet maken, was het resultaat.

Japan heeft een eigen versie van de iPhone

De iPhone (en andere Apple-hardware) groeiden gestaag aan populariteit, maar toen het bedrijf in 2014 met roffelende trom de eigen betaaldienst Apple Pay aankondigde, werden Japanse consumenten daardoor niet bepaald weggeblazen. Integendeel: contactloos betalen met mobiele telefoons kan in Japan al jaren, alleen juist niet met de iPhone. Om met Apple Pay meer dan een deuk in het Japanse pak boter te kunnen slaan, was het dan ook noodzakelijk dat Apple afweek van het principe van eenzelfde model voor de hele wereld.

nfc-rfidDat deed het bedrijf dit jaar met de iPhone 7: de speciale Japanse versie bevat, naast een chip voor Near Field Communication (NFC) ook de Sony FeliCA Radio-frequency identification (RFID)-chip. Deze wordt in Japan zoals gezegd verwerkt in smartphones, maar ook in chipcards voor het openbaar vervoer. Daardoor kunnen Japanse forensen vanaf nu met hun iPhone in- en uitchecken, maar ook contactloos betalen. Het is met name de OV-functionaliteit die gretig aftrek zal gaan vinden, want in Japan is contant geld nog altijd populairder dan pinpas en creditcard.

Miyamoto & research en development

Ondertussen timmert Apple vrolijk verder aan zijn Japanse weg. Zo werd de jaarlijkse presentatie van de nieuwe iPhone in september dit keer geopend door Shigeru Miyamoto, die met trots aankondigde de nieuwe Super Mario-game (voorlopig) alleen naar de iPhone en iPad te brengen. En dat is vermoedelijk niet de enige software van Japanse makelij die naar Apple-devices komt: Tim Cook, de huidige CEO van Apple, kondigde in oktober aan een nieuw research & development-centrum te openen in Yokohama. Apple is daardoor in staat gemakkelijk Japanse ontwikkelaars in te huren zonder ze naar het hoofdkantoor in Californië te halen. Cook wilde niet zeggen waar het team aan gaat werken, maar verwacht wordt dat de Japanse expertise wordt ingezet bij de verdere ontwikkeling van Siri, de digitale assistent die iPhone-, iPad- en Mac-bezitters met hun stem kunnen aansturen.

shigeru_miyamoto_mario

We zijn kortom zeer benieuwd naar het moois dat uit deze samenwerking zal ontstaan. Voorlopig zijn wij ook in onze nopjes met de verbeterde functionaliteit van de kaarten app op de iPhone, die onze tochten op de Yamanote-lijn nog iets gemakkelijker maakt.

harajuku-shibuya

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *