Herfst in Japan

In Japan wordt de herfst aangeduid als aki: 秋. Deze kanji bestaat uit twee delen: boom en vuur. Daarmee geven de Japanners treffend aan hoe zeer gehecht wordt aan de schoonheid van het met name roodgekleurde blad in dit jaargetijde.

In Nederland waait het. Hard, de laatste dagen. De oude eikenbomen grenzend aan de achtertuin laten met geweld hun voldragen eikels vallen. Wie er onder zit, dient een valhelm te dragen. De buurman opperde al eens om de plantsoenendienst te vragen om de bomen om te hakken. Hij ziet de eikelboom als een last. En als het niet de eikels zijn, dan toch zeker de herfstbladeren. Treinwielen raken er vierkant van en menigeen heeft ook mentaal last van “het vallen van het blad”. De herfst wordt geassocieerd met depressie. Alles sterft.
In Japan waait het ook, de laatste tijd. De herfst is ook daar ingezet. Nederland en Japan bevinden zich immers beide op hetzelfde halfrond en kennen vier te markeren seizoenen. De Europese eik hebben ze in Japan dan wel niet, maar herfststormen zijn er doorgaans onstuimiger zodat men meer bevreesd is voor veel grotere projectielen. Zelfs zonder die uit Noord-Korea meegerekend.

Bloemkleur versus bladkleur

Ruim vijftig procent van de bomen, heesters en planten die we in Nederlandse tuinen en parken aantreffen zijn oorspronkelijk afkomstig uit Japan. Plantenimporteur avant la lettre Philipp Franz Von Siebold wist wat het hier prima zou gaan doen en hoe men hier over tuinen denkt. Planten worden veelal uitgekozen om hun bloemen, met name kleur en vorm. Daarnaast spelen onderhoud, winterhardheid en aspecten als gemakkelijk in toom kunnen houden een rol. Check, check, check – al maakte Von Siebold met de duizendknoop een vergissinkje.
In Japan zelf heeft men vooral iets met de kleur van het blad. Gedurende een aantal herfstweken kleuren de loofbomen rood, de bossen staan in “brand”. Het “rode vuur” kruipt langzaam van noord naar zuid; in september is eerst Hokkaido aan de beurt en pas in december zien de inwoners van Kyushu (1500 kilometer zuidelijker) hun bomen verkleuren alvorens ze hun blad verliezen.

Het rood van de Esdoorn

Het tempelrood verkleurende blad van de esdoorn is favoriet. Ook in Nederland waarderen we talloze varianten van de Acer Palmatum, met tweede namen als Atropurpureum, Crimson Queen en bijvoorbeeld Bloodgood. Geen misverstand mogelijk, dié worden rood. Sommige esdoorns kunnen met een waaiervormige kroon 10 meter hoog worden, andere, zoals de Crimson Queen, bereiken hooguit 3 meter. De bladeren van de Japanse esdoorns zijn – in jargon – dubbel gezaagd en hebben vijf tot negen vingers aan de hand. De opgaande hoge bomen worden geel, de kleinere rood. Van sommige van deze soorten zijn de bladeren al bij het uitbotten paarsrood. Maar alle soorten kleuren in de herfst felrood. Prachtig, prachtig. Melancholiek, melancholiek. De al eerder genoemde buurman heeft het echter ook niet op de gevleugelde nootjes, die overal in de tuin in het voorjaar als kiem de kop opsteken.

Het geel van de Ginkgo

Maar ook het nu gele blad van de Ginkgo Biloba laat je niet onberoerd. De Japanse notenboom, of tempelboom, is een voorwerp van verering en staat symbool voor onveranderlijkheid, hoop, liefde, toverkracht, tijdloosheid, en een lang leven. Nagenoeg alle straten in Tokyo zijn beplant met deze notenboom met haar karakteristieke waaierende bladvorm, een fossiele overgang van naaldboom naar loofboom. Eigenlijk is deze Tokyo Tree de naamgever van de andere Tokyo SkyTree, de enorme televisietoren in Sumida, het hoogste bouwwerk in Japan. De bladeren en zaden, de noten, worden al eeuwenlang medicinaal aangewend bij een hele reeks klachten, vooral bij problemen met de bloedsomloop. Daar kennen we de naam Ginkgo van. In Japan stellen ze bovendien vast dat de boom het uitstekend doet ondanks hitte, luchtvervuiling of smog. Én ze weten hoe mooi het blad verkleurt van sapgroen naar okergeel. Daar schuifel je graag doorheen, of je gebruikt er een als boekenlegger. Daar kijk je naar, geniet je van.

Koyo en Momiji

Japan staat weliswaar met stip bekend om haar liefde voor de kersenbloesem in het voorjaar. Maar de Japanse herfst wordt in Japan ook zeer genoten. Japan heeft daar specifieke termen voor. Kōyō (紅葉、こうよう) beschrijft het proces van het kleuren van de bladeren, het woord duidt de kleuren van de herfst aan. Momiji (紅葉、もみじ) zijn rode bladeren en met name die van de Japanse esdoorn. Geschreven zijn de beide kanji hetzelfde en moet je, om de beide woorden van elkaar te onderscheiden, het van de context van de gehele zin hebben.

Waar de sakura-bloesem in slechts drie dagen eenieder de adem beneemt, kan men van de herfst veel langer genieten. Van de kleurenpracht, van het besef dat dingen voorbij gaan (maar ook weer terugkomen) en ook van de “vruchten” van de herfst. Het nationale fruit van Japan is rijp: de oranje kaki (persimmon) kan geplukt worden en het is – hoera – weer paddenstoelentijd. Geen land ter wereld heeft zoveel verschillende soorten en nergens anders worden ze zo met smaak opgediend en gegeten. De nabe-pot wordt weer te voorschijn gehaald. Ofschoon de vergelijking zich opdient met het kijken naar de kersenbloesem is de waardering voor de herfsttooi toch anders. De maar drie dagen levende bloesems in het voorjaar wijzen op de vergankelijkheid van leven. Melancholiek, want onherroepelijk. De rode herfstbladeren tonen echter aan dat het leven cyclisch is, steeds opnieuw begint. Melancholiek, maar geruststellend. Ik ga dat de buurman vertellen en neem het zelf ook ter harte.

Meer informatie

Dit bericht werd geplaatst in Bloemen en planten, Klimaat en getagd , , , , , door Cees Omes . Bookmark de permalink .

Over Cees Omes

Onderwijskundig adviseur/programmeur, docent en trotse vader van drie zonen die volledig "into Japan" zijn. Twee daarvan hebben in Leiden de studierichting Talen en Culturen van Japan afgerond, de derde is een Anime-Otaku. Naast Cool Japan en eeuwenoude culturele tradities beschouwt hij vooral Sociaal Japan. Cees verwondert zich over de sociale cohesie en oplossingen die Japan kiest voor vraagstukken wanneer mensen met elkaar omgaan. Op straat, in het gezin, het onderwijs en in de zorg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *